Volgens een nieuw onderzoek van Ellen Danckaert is een belangrijke factor bij het maken van dt-fouten de zogenaamde homofoondominantie:
In het geval van ‘betaalt’ en ‘betaald’ bijvoorbeeld, gaat het om homofoondominantie. Betaalt en betaald zijn woorden die hetzelfde klinken. Een van de twee vormen is dominant: ‘betaald’ is de vorm die we het meest tegenkomen. Zelfs als de niet-dominante vorm juist is, zullen we zonder diep na te denken neigen naar de dominante vorm en krijg je fouten als ‘hij betaald’.
Die verklaring is niet nieuw en het blijft de vraag of het bovenbeschreven fenomeen voldoende verklaart waarom dt-fouten zo hardnekkig zijn. Wouter van Wingerden van Onze Taal twijfelt of homofoondominantie het verschijnsel geheel en effectief kan verklaren:
Homofoondominantie zal best een factor van belang zijn, maar ik denk ook dat dat een gemakkelijk excuus is.
Dominiek Sandra van de Universiteit Antwerpen zegt er het volgende over:
Hoewel de spelling van de Nederlandse werkwoordsvormen zo eenvoudig is, is de toepassing van de spellingregel tijdrovend. Het dominante woordbeeld wordt automatisch, als een soort pop-up, geactiveerd. Iets wat je vaker ziet, ga je sneller gebruiken.
De resultaten op Gespeld zouden hier behulpzaam kunnen zijn. Immers, als we de relatie analyseren tussen frequentie van (vormen van) werkwoorden in teksten en fouten die worden gemaakt in de oefeningen, dan zou het bovengenoemde effect moeten optreden.
Bron: http://www.knack.be/nieuws/wetenschap/waarom-we-spelfouten-maken/article-normal-560761.html