25 jaar na de eerste sms zijn CU en wtf heel gewoon. Ltr in plaats van later. CU, yolo en OMG. Sommigen noemen het taalverloedering. Maar daar is Hans Bennis, algemeen secretaris van de Taalunie, het niet mee eens.
Hij noemt de afkortingen waarvan onze sms’jes en appjes vergeven zijn juist een verrijking. ‘Dit toont de creativiteit van de schrijftaal. Het is een heel dynamisch systeem, dat niet aan grammaticale regels hoeft te voldoen. Ik ben blij dat ik me hier namens de Taalunie niet mee hoef te bemoeien.’
Hans Bennis schreef het boek Korterlands, over afkortingen in de Nederlandse taal. Zijn onderzoek begon in de jaren negentig, toen hij zag hoeveel afkortingen zijn dochters gebruikten bij het chatprogramma MSN. De sms is gebonden aan een maximum van 160 tekens. ‘Zeker in het begin was er een ruimteĀbeperking en een schrijfbeperking,’ zegt Bennis (66). ‘Sms-taal werd meer een geschreven gesproken taal dan een keurig geschreven taal. Je duimen gaan altijd langzamer dan hoe je zou praten. Dus werd het handig om afkortingen te gebruiken: minder aanslagen, minder ruimte.’
In de middeleeuwen ging het eigenlijk net zo: perkament was duur en de boekdrukkunst was nog niet uitgevonden, dus moest elke bijbel met de hand worden overgeschreven.
Bron en meer: Het Parool