Tot in de negentiende eeuw werd een Nederlandse creooltaal gesproken op de Maagdeneilanden. De sprekers waren nakomelingen van slaven die op de plantages hadden gewerkt. Taalkundige Cefas van Rossem deed promotieonderzoek aan de Radboud Universiteit naar achttiende-eeuwse handschriften.
Creooltalen werden vaak gesproken door slaven in de voormalige Europese koloniën. Deze talen bestaan voor een deel uit de taal van de Europese kolonisator en voor een deel uit de
inheemse talen van de slaven.
In de jaren tachtig van de vorige eeuw vond de Duitse onderzoeker Peter Stein in het archief van de Evangelische Broedergemeente in Herrnhut honderden pagina’s in een Nederlands Creoolse taal. Dat dorpje lag toen nog in de DDR en was niet makkelijk te bezoeken door Westerse onderzoekers. Pas na de Val van de Muur in 1989 kregen zij de mogelijkheid om deze teksten te digitaliseren om ze met behulp van de computer te onderzoeken.
Bron/lees meer: Nemo Kennislink