Talen bewegen mee met hun tijd en met de mensen die ze spreken. Ook het Nederlands! Dagelijks zien nieuwe woorden en begrippen het licht. Het Instituut voor Nederlandse Lexicologie verzamelt ze. Ken jij de onderstaande woorden al?
Datingvolière: volière die bestemd is om monniksgieren bij elkaar te brengen, te laten ‘daten’, met de bedoeling paren te vormen die samen weer voor jongen kunnen zorgen. Lees meer.
Mechanische doping: vorm van doping die niet bestaat uit een stimulerend middel of een stimulerende stof, maar uit een mechanisch middel dat de prestatie van de sporter verbetert. Lees meer.
Omapost: dienst die papieren kaartjes naar oma’s stuurt, of naar andere mensen die niet op sociale media zitten, met daarop een foto afkomstig van iemands Instagram- of Facebookaccount.
Bron: http://taaluniebericht.org/artikel/woordstraat/omapost-sjoemelfiets-en-wowen
2016 is een schrikkeljaar. Dat wil zeggen dat er in februari, de schrikkelmaand, een dag bij komt. Waar komen die schrikkel-benamingen eigenlijk vandaan? Hebben ze misschien iets met schrikken te maken? Laura van Eerten van het Instituut voor Nederlandse Lexicologie geeft antwoord.
Bron: https://onzetaal.nl/weblog/waar-komt-schrikkeljaar-vandaan
Wat is de verleden tijd van klagen? Voor de meeste sprekers van het Nederlands is er een eenduidig antwoord: klaagden. Toch staat op woordenlijst.org, de officiële woordenlijst van het Nederlands, naast de regelmatige vorm klaagden ook kloegen.
Dat kan natuurlijk een fout zijn, want helaas staan er (nog steeds) fouten op de door de Taalunie ontwikkelde site. Nu blijkt echter dat er in het Belgisch-Nederlands wel degelijk een groep mensen is die kloegen gebruikt. Dat ziet er als volgt uit.
(1) Paulien kloeg over hevige buikpijn.
(2) Hij bekloeg zich erover dat hij zo weinig rente kreeg op zijn spaarrekening.
(3) De Argentijnse procureur die onlangs de overheid aankloeg, is dood aangetroffen.
Volgens de Taalunie worden in België ‘nog vaak de sterke werkwoordsvormen kloeg(en), bekloeg(en) en aankloeg(en) gebruikt, ook door standaardtaalsprekers. Zeker in gesproken taal is dat gebruik heel gewoon. Toch is er een niet te verwaarlozen groep taalgebruikers die het gebruik van de sterke werkwoordsvormen afkeurt. Het is daarom niet duidelijk of ze tot de standaardtaal in België gerekend kunnen worden.’ Weer wat geleerd.
Natuurlijk is het mooi dat de Taalunie alle gebruikte vormen registreert, want wat juist is, is uiteindelijk toch wat de meeste mensen doen of juist vinden. Maar het is de vraag of zo’n minder geaccepteerde vorm, zoals de Taalunie zelf schrijft, thuishoort in een officiële woordenlijst, al was het alleen maar omdat taalgebruikers de lijst gebruiken om te kijken wat geaccepteerde vormen zijn.
Als de Taalunie naast een voorschrift (zo hoor je dit te schrijven) ook een overzicht (zo schrijven mensen dit daadwerkelijk) van de taal wil maken, dan is dat natuurlijk prima. Het zou dan wel verstandig zijn om over die insteek geen onduidelijkheid te laten bestaan. Wat is erop tegen om bij een woord een opmerking op te nemen waarin staat in welke regio, groep of welk tekstgenre de vorm wordt gebruikt? Zo leg je mooi vast hoe taal wordt gebruikt en geef je tevens aan wat geaccepteerde vormen in de standaardtaal zijn.
Bronnen: Taalunie, woordenlijst.org
Waarom gebruiken we eigenlijk het Kofschip? Wat zit er achter dit ezelsbruggetje? Hebben we het ezelsbruggetje eigenlijk wel nodig? Samen met De Taalprof maakte Arnoud Kuijpers het onderstaande filmpje ‘Het Kofschip, de ezelsbrug ontmaskerd’.
Uit onderzoek blijkt dat tablets (en ander hightech-speelgoed) de taalontwikkeling van baby’s en peuters kunnen vertragen. Kinderen die met een tablet spelen, spelen doorgaans alleen. Hierdoor missen ze de interactie met anderen, iets wat juist zeer belangrijk is voor hun ontwikkeling, zo stellen de onderzoekers.
Bronnen: Onze Taal, Science Daily
In het oude Groene Boekje is het meervoud van handvat handvatten, in het nieuwe staat naast handvatten ook handvaten. Op grond waarvan deze verandering?
Volgens de Taalunie zijn handvaten en handvatten allebei correct. Omdat handvatten de oudste vorm is, krijgt dat meervoud nog vaak de voorkeur. Een vat in de betekenis van greep (met als meervoud vatten) komt alleen nog voor in vaste verbindingen als ‘ergens vat op krijgen’; vat (met als meervoud vaten) in de betekenis van ton, klinkt daarom vertrouwder en is daarom meer ingeburgerd geraakt. Het meervoud handvaten is overigens niet nieuw: het kwam ook al voor in de achttiende eeuw.
Bron: http://taaluniebericht.org/artikel/taaladvies/de-vraag-handvatten-handvaten
Ideofonen (woorden waarvan de klank iets zegt over de betekenis) zijn makkelijker te onthouden dan ‘gewone’ woorden. Dat stellen onderzoekers van de Radboud Universiteit en het Max Planck Instituut. Volgens hen komt dit door universele associaties tussen klank en betekenis.
Een voorbeeld van een ideofoon is het Japanse woord kibikibi, dat ‘energiek’ betekent. Uit onderzoek blijkt dat de meeste Nederlanders kunnen raden dat dit woord ‘energiek’ betekent, en niet (bijvoorbeeld) ‘futloos’.
Bron: Onze Taal, Radboud Universiteit
Ik vind, jij vindt: wanneer gebruik je nou een ‘d’ en wanneer ‘dt’? Voor veel kinderen is dat een lastig onderwerp, maar de Nijmeegse band De Staat probeert met een speciaal gemaakt liedje daarbij te helpen.
Het liedje is onderdeel van het televisieprogramma Het Klokhuis. Daarin wordt kinderen over allerlei onderwerpen wat geleerd; de Nijmeegse band De Staat heeft nu twee liedjes geschreven. Het eerste gaat dus over werkwoordspelling met de vraag: wanneer gebruik je nou een ‘d’ en wanneer ‘dt’?
Bron: Omroep Gelderland
Ken je veel uitdrukkingen? Dan is het vast een koud kunstje om verhaspelde uitdrukkingen te verbeteren. Doe de quiz van Onze Taal en maak met een hoge score kans op ‘Man schiet niet in knie’, een bundeling van grappige taalmissers.
Bron: Onze Taal
Kun jij Welsch van Zweeds onderscheiden, of Russisch van Oekraïens? Volgens Viking blijkt uit Europees onderzoek (http://ec.europa.eu/public_opinion/archives/ebs/ebs_386_en.pdf) dat 91 procent van de Nederlanders ten minste één andere taal dan de moedertaal spreekt, 75 procent spreekt twee andere talen en 35 procent spreekt drie andere talen.
Viking heeft een leuke taaltest online gezet. Wil jij weten hoeveel talen je herkent? Kijk dan op http://blog.vikingdirect.nl/taalherkenningstest. Let op: Viking is een commercieel bedrijf en hoewel de test erg leuk is, wordt er wel reclame gemaakt.