Vintage kleding, alternatieve muziek, moeilijke brillen, baarden en ecokoffie: ongeveer het beeld dat we bij de hedendaagse ‘hipster’ hebben. Maar is een hipster wel zo hip?
Eigenlijk niet, want de hipster, en ook het woord hipster, bestaat al vrij lang. In de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw werden de aanhangers van de Amerikaanse ‘Beat generation’ al hipsters genoemd. In Nederland werd het begrip vooral in de jaren zestig bekend. Toen werd in plaats van hipster ook wel het woord hippie gebruikt. Die twee woorden zijn sindsdien nogal uit elkaar gegroeid. Hippies zijn tegenwoordig lang niet zo modieus als hipsters.
Bron/lees meer: Instituut voor de Nederlandse Taal
Hoe kun je teksten begrijpelijker maken voor een breed publiek? Die vraag stond centraal in het vierjarige NWO-programma Begrijpelijke taal. Henk Pander Maat en zijn collega’s ontwikkelden een leesbaarheidsformule, waarmee je de moeilijkheidsgraad van een tekst kunt vaststellen. De leesbaarheidstool die daaruit voortkwam is interessant voor een grote groep tekstschrijvers.
Bron/lees meer: http://taaluniebericht.org/artikel/focus/nieuwe-tool-bepaalt-tekstniveau
Elk land heeft zijn eigen gewoontes en uitdrukkingen. En die vertalen zich niet altijd even gemakkelijk. Werkend op een internationaal kantoor zijn we ons daar goed van bewust. Want het vertalen van deze uitdrukkingen voor buitenlandse collegae levert vaak hilarische situaties op. Door het grote succes van eerdere vergelijkingen die Viking Direct maakte tussen landen – zoals de infographic over Internationale kantooretiquette – besloot het bedrijf ditmaal om uitdrukkingen uit verschillende landen met behulp van illustraties naast elkaar te zetten. De gerenommeerde Britse illustrator Paul Blow maakte de illustraties
Bron/lees meer: Viking Direct
De hoofdredacteur van de Volkskrant maakte persoonlijk een einde aan een door veel lezers gesignaleerde spellingsmisstand: persé werd weer per se. Reconstructie van een taalstrijd.
Deze week alle voordeuren van mijn straat langs geweest met de vraag wat de buren konden maken van de letters p, e, r, s en e. Het overgrote deel kwam tot de volledige woordwaarde, inclusief zo’n accent met de wind mee op de laatste letter. De minderheid had twee woorden nodig: per se.
Terwijl de meerderheid twijfelde, was de minderheid opvallend zeker van haar zaak. Zo blijkt op nummer 32 een ouder echtpaar te wonen, waarvan de heer des huizes me niet liet gaan alvorens hij zijn gelijk had onderstreept. En Koen, van nummer 24, die net op de middelbare school zit, vertelde dat ze het er met Nederlands over hadden gehad omdat het in de Volkskrant had gestaan.
Bron en meer: Taalunie
26 november 2017 presenteerde het Taalmuseum de resultaten van de campagne Nieuwe woorden gezocht bij BplusC. Spreker Vivien Waszink leidt ons langs de pareltjes uit de duizend inzendingen. En Het Nieuwe Woorden Gezocht Kwartet werd gepresenteerd.
Vivien Waszink studeerde Nederlandse taal en cultuur aan de Universiteit Leiden en studeerde af op een scriptie over de betekenis van het woord leuk. Ze doet onderzoek naar onder andere woordvorming, neologismen en hiphoptaal en werkt als onderzoeker en taalkundige bij het Instituut voor de Nederlandse Taal. Welke nieuwe woorden bedachten de inzenders? Zijn daar overeenkomsten in te zien? En zitten er woorden tussen die over enige tijd niet meer weg te denken zijn uit ons dagelijks leven? Als geen ander kan Vivien Waszink ons meenemen op ontdekkingstocht langs de mooiste, grappigste en meest logische nieuwe woorden.
Bron: Taalmuseum
Ga lekker zélf in je kracht staan! Japke-d. Bouma schrijft voor nrc.next en NRC Handelsblad columns over kantoorclichés. Ze heeft daar een scherp oog voor, brengt dat humoristisch onder woorden en laat vooral ook zien hoe het wél kan.
Na haar eerdere publicaties Survivalgids voor de kantoorjungle en Uitrollen is het nieuwe doorpakken verscheen onlangs Ga lekker zélf in je kracht staan. Ze houdt op haar eigen wijze de lezers een spiegel voor. Een must have, zou je bijna zeggen.
Bron en meer clichés: Taalunie
Begrijpelijke overheidstaal levert aan alle kanten winst op. Dat is de kortst mogelijke samenvatting van de tweede bijeenkomst van het Netwerk Begrijpelijke Overheid op 23 november. In het Utrechtse Museum Speelklok praatten zo’n zeventig betrokkenen en belangstellenden onder leiding van Wim Daniëls over hun gemeenschappelijke doel.
Bron en meer: Taalunie
25 jaar na de eerste sms zijn CU en wtf heel gewoon. Ltr in plaats van later. CU, yolo en OMG. Sommigen noemen het taalverloedering. Maar daar is Hans Bennis, algemeen secretaris van de Taalunie, het niet mee eens.
Hij noemt de afkortingen waarvan onze sms’jes en appjes vergeven zijn juist een verrijking. ‘Dit toont de creativiteit van de schrijftaal. Het is een heel dynamisch systeem, dat niet aan grammaticale regels hoeft te voldoen. Ik ben blij dat ik me hier namens de Taalunie niet mee hoef te bemoeien.’
Hans Bennis schreef het boek Korterlands, over afkortingen in de Nederlandse taal. Zijn onderzoek begon in de jaren negentig, toen hij zag hoeveel afkortingen zijn dochters gebruikten bij het chatprogramma MSN. De sms is gebonden aan een maximum van 160 tekens. ‘Zeker in het begin was er een ruimtebeperking en een schrijfbeperking,’ zegt Bennis (66). ‘Sms-taal werd meer een geschreven gesproken taal dan een keurig geschreven taal. Je duimen gaan altijd langzamer dan hoe je zou praten. Dus werd het handig om afkortingen te gebruiken: minder aanslagen, minder ruimte.’
In de middeleeuwen ging het eigenlijk net zo: perkament was duur en de boekdrukkunst was nog niet uitgevonden, dus moest elke bijbel met de hand worden overgeschreven.
Bron en meer: Het Parool
Hersenonderzoek en statistiek dragen bij aan een beter begrip van talen en taalverwerving. Toch blijven taalwetenschappers nog altijd hard nodig, zegt hoogleraar Nederlandse Taalkunde Sjef Barbiers.
Geloof het of niet, maar in de tweede helft van de vorige eeuw waren de taalwetenschappen geweldig sexy en populair. Dat zegt hoogleraar Sjef Barbiers. ‘De cognitiewetenschappen en computerwetenschappen, twee belangrijke inspiratiebronnen van de moderne taalkunde, waren jong en veelbelovend. De syntaxis van natuurlijke taal was een vrijwel onontgonnen terrein waar taalwetenschappers zich op konden uitleven.
Bron en meer: Universiteit Leiden
Bij het leren van een nieuwe taal zijn er allerlei hersengebieden actief. Al eerder bleek dat een belangrijke rol is weggelegd voor de hippocampus en het gebied van Broca. Een nieuwe fMRI-studie van Leidse onderzoekers laat zien dat ze allebei een eigen rol spelen in de taalverwerving.
Bron/lees meer: Nemo Kennislink