Kun jij Welsch van Zweeds onderscheiden, of Russisch van Oekraïens? Volgens Viking blijkt uit Europees onderzoek (http://ec.europa.eu/public_opinion/archives/ebs/ebs_386_en.pdf) dat 91 procent van de Nederlanders ten minste één andere taal dan de moedertaal spreekt, 75 procent spreekt twee andere talen en 35 procent spreekt drie andere talen.
Viking heeft een leuke taaltest online gezet. Wil jij weten hoeveel talen je herkent? Kijk dan op http://blog.vikingdirect.nl/taalherkenningstest. Let op: Viking is een commercieel bedrijf en hoewel de test erg leuk is, wordt er wel reclame gemaakt.
Door een typecursus leren basisschoolkinderen niet alleen blind de juiste toetsen in te drukken. Ze ontwikkelen ook betere spel- en opstelvaardigheden op de computer. Dat schrijven Nijmeegse onderwijskundigen in het vakblad Levende Talen Tijdschrift, op basis van een onderzoek onder 234 basisschoolkinderen van verschillende scholen.
Bronnen: Volkskrant, Taalunie, Taalunieversum
Hoe groter een gezin is, hoe slechter de kinderen scoren op cognitief en sociaal vlak, blijkt uit onderzoek van het Amerikaanse National Bureau of Economic Research. Kinderen uit grote gezinnen scoorden lager op taal- en rekentoetsen dan kinderen zonder broertjes of zusjes. Dit komt dan doordat oudere kinderen na gezinsuitbreiding minder aandacht en minder hulp van hun ouders krijgen. Hierdoor worden cognitieve vaardigheden als lezen en schrijven minder ontwikkeld; ook wordt de kans op gedragsproblemen vergroot.
Bronnen: Onze Taal, Trouw, Nationale onderwijsgids
Het hoge aantal vluchtelingen zorgt voor een probleem: er zijn niet genoeg leraren om ze allemaal les te geven en Nederlands te leren. Omdat er een tekort is aan docenten met een bevoegdheid Nederlands als tweede taal, heeft staatssecretaris van Onderwijs Dekker nu besloten dat ook basisschooldocenten als zodanig aan de slag mogen. Ze hoeven dan alleen een spoedcursus in dat vak te volgen. Maar ook zulke docenten zijn er niet genoeg: los van de vluchtelingentoestroom werd er sowieso al een tekort in deze beroepsgroep verwacht.
Bron: Onze Taal, Volkskrant
Sjoemelsoftware is door Van Dale uitgeroepen tot het woord van 2015. Het woord werd begin november ook al Onze Taal-woord van het jaar.
Sjoemelsoftware is software die de testresultaten van een apparaat positief beïnvloedt. Het woord werd dit jaar veel gebruikt in de berichtgeving over de dieseltests van Volkswagen.
Bijna de helft van de stemmen ging naar het woord sjoemelsoftware. Op plaats 2 en 3 eindigden respectievelijk poortjesspringer en je suis… De winnaar van de Belgische editie van de verkiezing is kraamkost (‘maaltijd als cadeau voor een pasbevallen moeder en haar gezin’).
Voor de Universiteit van Nederland gaf Marc van Oostendorp een serie colleges over taal en vooral wat taal betekent voor ons mens-zijn. In het eerste minicollege bespreekt hij in vogelvlucht de taalontwikkeling van een kind: van het uit elkaar houden van klanken tot het vertellen van een verhaal. En wat hebben een mama-pop en scrabble-letters daarmee te maken?
Bron: http://nederl.blogspot.nl/2015/12/waarom-zeggen-alle-kinderen-ter-wereld.html
Mensen maken voortdurend elkaars zinnen af. Toch hebben computers en smartphones moeite om onze woorden correct te voorspellen. Hoe komt dat? En hoe verbeter je de woordsuggesties op je telefoon?
Maak zelf heerlijke atoomgewichten, inclusief receptenboek. Atoomgewichten? Stoomgerechten, bedoelde de adverteerder op Marktplaats. Weer iemand die te snel op send drukt en een onbegrijpelijke boodschap de wereld in stuurt.
Autocorrectie is vaak autocorruptie. Het is een dagelijkse ergernis van 2,6 miljard smartphonegebruikers in de wereld. Je typt een woord, drukt op de spatieknop en de ingebouwde software maakt er iets heel anders van – spatieknop wordt ‘statieknop’ bijvoorbeeld.
Lees meer over de geschiedenis en technologie van autocorrectie op NRC.nl.
Bron: http://www.nrc.nl/next/2015/11/28/mijn-telefoon-begrijpt-me-niet-1559887
Je kunt ‘ijsbergsla’ kopen en een boterham met ‘hagelslag’ eten. Maar je kunt daar op een bepaald moment ook vragen bij gaan stellen. Want wat heeft ‘ijsbergsla’ met ijsbergen te maken? En waar komt het woord ‘hagelslag’ precies vandaan? Het Instituut voor Nederlandse Lexicologie (INL) en Onze Taal maakten samen het boekje Waar komt hagelslag vandaan? Je vindt een voorproefje op http://taaluniebericht.org/artikel/uitgelicht/waar-komt-hagelslag-vandaan.
Overigens: hagelslag is bedacht door een Amsterdamse dropfabrikant die ook dit broodbeleg heeft uitgevonden. Behalve op de hagelslag-kwestie gaat het boekje in op nog 99 andere vragen over alledaagse woorden.
Bron: http://taaluniebericht.org/artikel/uitgelicht/waar-komt-hagelslag-vandaan
Het Instituut voor Nederlandse Lexicologie heeft vandaag de aftrap gegeven voor editie 2015 van ‘Weg met dat woord!’ Tot en met 1 december kan er door Nederlanders en Vlamingen worden gekozen welk woord vanaf 2016 absoluut niet meer in onze taal thuishoort. Op dinsdag 8 december maakt het Instituut voor Nederlandse Lexicologie de ‘verliezer’ bekend.
Vorig jaar oordeelden de meeste stemmers het woord ‘oudjes’ als overbodig. Ze vonden het denigrerend en negatief. Het jaar daarvoor werd ‘kids’ weggestemd: overbodig en nutteloos hip.
De Spits heeft alvast tien woorden op een rijtje gezet waar de redactie helemaal klaar mee is.
Bron: http://www.spitsnieuws.nl/binnenland/2015/11/welk-woord-mag-verdwijnen-uit-nederlandse-taal
Eens in de tien jaar verschijnt er een nieuwe, officiële spellinggids van het Nederlands: het Groene Boekje. Maar wie bepaalt wat er wel en wat er niet in het Groene Boekje komt? Op de webpagina Achter de schermen bij het Groene Boekje kun je een kijkje nemen achter de schermen bij de makers van het Groene Boekje.
Om te controleren of de woorden in de spellingdatabase frequent genoeg waren voor een plek in het uiteindelijke boekje, werden ze vergeleken met een grote verzameling teksten uit kranten, tijdschriften en journaaluitzendingen: het Corpus Hedendaags Nederlands. Woorden die niet in het corpus stonden kwamen niet in aanmerking, en werden in de database gemarkeerd. ‘Je kunt nooit blindelings op frequentie afgaan’, stelt Katrien Depuydt. ‘Stel dat “dinsdag” veel minder vaak in het corpus voorkomt dan de andere dagen van de week, dan zou die als enige niet in het Groene Boekje terechtkomen.’
Bron: http://taaluniebericht.org/artikel/taaltrends/achter-de-schermen-bij-het-groene-boekje