Een heel fijne, zonnige en avontuurlijke vakantie. Maak er een mooie tijd van!
Tussen 10 juli en 25 augustus worden er geen Facebook-berichten gepost, maar je ontvangt wel elke dag een oefening in je mailbox! Je kunt dus gewoon blijven spellen.
Dat steeds meer hoger onderwijs in het Engels wordt gegeven, staat vast. Maar is dat een vloek of een zegen? Daarover heeft de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW) zich – op verzoek van de Nederlandse minister van Onderwijs Jet Bussemaker – gebogen. Deze zomer brengt de KNAW verslag uit van de onderzoeksbevindingen.
Intussen heeft de vereniging Beter Onderwijs Nederlands zich in een opiniestuk in de Volkskrant uitgesproken tegen de verengelsing van het hoger onderwijs. Daarin wordt onder meer gesproken over een mogelijke gang naar de rechter om naleving van de huidige wetgeving af te dwingen. Daarvoor is op website van de vereniging een petitie opgestart.
In september 2016 heeft de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren reeds een notitie uitgebracht over het belang van het Nederlands als taal van wetenschap en hoger onderwijs.
Bronnen/lees meer: Taalunieversum, NOS, Volkskrant
Een leerder van het Nederlands vraagt zich vertwijfeld af: wat doet dat woordje maar toch in al die zinnen?
Onder taalcursisten heb je rekkelijken en preciezen. De rekkelijken zijn tevreden als ze begrijpen waar een tekst over gaat. De preciezen willen van ieder woord uit die tekst weten wat het betekent. In een lesje over aardappels kopen op de markt vroeg een jonge Syriër me bijvoorbeeld: ‘Wat betekent het woordje maar in de zin ‘Doe mij maar twee kilo’?’
Hij kende maar als voegwoord, in constructies als kort maar hevig, en dat maakte de aanwezigheid van dat woordje in deze zin raadselachtig. Behalve een voegwoord is maar ook een bijwoord, en in die hoedanigheid blijkt het een schat aan functies te herbergen. Welke functies? Dat hangt af van het type zin, de spreker, de context en zelfs de intonatie. Met het woordje maar geven we uitdrukking aan ons ongenoegen, onze liefde, verslagenheid en verwarring. Aan onze diepste dromen en onze grootste ergernissen.
Bron: Taalunie
Vandaag, op de Internationale Dag van het Kind, lanceert het taalcanonteam vol trots een animatiefilmpje over kindertaal. Het is het eerste filmpje in een reeks, bedoeld voor het voortgezet onderwijs. De filmpjes geven een korte introductie op een onderwerp uit de taalcanon, en kunnen gebruikt worden als opstapje voor een les over taal in de klas.
Wanneer begint een kind met het leren van taal? Hoe leert een kind woorden herkennen? En hoe kun je eigenlijk taalonderzoek doen met baby’s? Deze en meer vragen komen aan bod in het eerste filmpje dat de taalcanon lanceert in een reeks filmpjes voor het onderwijs. Tekenaar en animator Frank Landsbergen maakte de filmpjes in opdracht van de taalcanon.
Bron: Neerlandistiek
De Taalunie ontvangt regelmatig vragen over het Nederlands. Deze keer een vraag over het meervoud van ‘Tories’, de conservatieve partij in Engeland.
De vraag: Waarom schrijven we in het Nederlands tory’s en niet zoals in het Engels Tories? Het is immers een eigennaam en dan zou je dat toch hetzelfde moeten schrijven als in de brontaal?
Het antwoord We schrijven tory’s, omdat we ook baby’s schrijven en hobby’s. Woorden die eindigen op een y (met daarvoor een medeklinker) krijgen in het meervoud een apostrof plus s. De ‘Engelse’ meervoudsvorm met -ies is in het Nederlands niet juist.
Het is alleen een eigennaam als het om de partijnaam zelf gaat. Dan geldt het donorprincipe: we gebruiken dan de schrijfwijze in de taal van herkomst of die de oprichter, de ontwerper of de eigenaar van een instelling of merk heeft gekozen. In dit geval zou dat dan Tories zijn, met hoofdletter en Engelse uitgang –ies. Maar in de betekenis van aanhangers van de Engelse conservatieve partij gaat het om een soortnaam en geldt het donorprincipe niet. We passen dan de gewone Nederlandse regels toe: soortnaam met kleine letter en meervoud apostrof +s: Charles en Sebastian zijn tory’s.
Bron: Taalunie:bericht
Uit onderzoek van het Centrum Meertaligheid van Cedin blijkt opnieuw dat drietalig basisonderwijs goed is voor de Nederlandse taalbeheersing. Ook resultaten uit eerder onderzoek wezen hier al op. Cedin voerde het onderzoek uit op zogenoemde 3TS-scholen: scholen waar Nederlands, Fries en Engels niet alleen als vak aangeboden worden, maar ook als voertaal worden gebruikt bij andere vakken en activiteiten. Leerlingen van deze scholen scoren bij (Nederlandse) spelling en begrijpend lezen boven het landelijk gemiddelde, zo stellen de onderzoekers vast.
Bron: Onze Taal
Wat is er zo schoon aan je schoonmoeder? Over schoonmoeders worden weleens grapjes gemaakt, omdat ze niet in elke familie even populair zijn. Zo is er dat mopje waarin een bediende tegen zijn baas zegt: ‘Ik wil graag naar de begrafenis van mijn schoonmoeder’, waarop die laatste antwoordt: ‘Ja, wie wil dat nu niet graag…’ Maar alle gekheid op een stokje: wat ons nu bezighoudt, is de betekenis van schoon- bij woorden als schoonmoeder, schoonvader en schoonfamilie.
Het voorvoegsel schoon- komt voor bij woorden die een verwantschap aangeven. Wat het bij al die woorden zegt, is dat de familierelatie door aantrouwen tot stand is gekomen. Zo is een schoonmoeder dus een ‘aangetrouwde moeder’. De woorden met schoon- komen al in het Nederlands voor vanaf de 16e eeuw en zijn leenvertalingen uit het Frans.
Bron en meer: IVDNT.org
Een alfabetiseringscursus die gebruikt wordt in een opleidingscentrum in de Belgische gemeente Anderlecht bevat enkele opvallende voorbeeldzinnen. In het cursusmateriaal, waarmee nieuwkomers de Franse taal leren, zijn onder meer de volgende zinnen te lezen: ‘Papa jette une bombe et va en prison’ (‘Papa gooit een bom en gaat naar de gevangenis’) en ‘Il a jeté une bombe et va en prison’ (‘Hij heeft een bom gegooid en gaat naar de gevangenis’).
De zinnen werden opgemerkt door Catherine Lemaire, die een Iraakse man huisvest. Zij plaatste een foto op Facebook, wat de zaak aan het rollen bracht. De directeur van het opleidingscentrum is ‘verrast en geschokt’, maar stelt ook dat het ‘onbegonnen werk [is] om het pedagogisch materiaal te verifiëren van iedereen die hier werkt’. Wel zal de directie er alles aan doen om in de toekomst te voorkomen dat dit soort zinnen in het lesmateriaal worden opgenomen.
Bronnen: Onze Taal, De Standaard
Beste spellers,
Zoals jullie wellicht hebben gemerkt, was Gespeld.nl gisteren een tijd onbereikbaar. Helaas was er sprake van een aanval op de site. Het betrof een zogenaamde DDOS-aanval en geen hack; er zijn geen gegevens gestolen of verloren gegaan. Inmiddels is het probleem opgelost en kan er weer gewoon worden gespeld.
Groet en excuses voor het ongemak,
Alex (Gespeld)
Er zijn maar weinig taalfouten die zo iconisch zijn dat ze een eigen naam hebben gekregen. Tante Betje is er daar een van. Deze fout is te vinden na nevenschikkende voegwoorden (zoals en en maar), en wordt hij al heel lang bekritiseerd. In de voorgaande zin zal het je snel opvallen: het werkwoord ‘wordt’ en het onderwerp ‘hij’ zijn omgedraaid. Foutieve inversie heet dat. Er is flink wat over te zeggen, en dat is dan ook al wel gedaan. Maar ik heb daar nog wel iets aan toe te voegen. Over de vraag wanneer deze naam nou eigenlijk voor het eerst voor dit probleem gebruikt werd. Met andere woorden: wanneer werd tante Betje geboren?
Bron en meer: https://martenvandermeulen.com/2017/04/26/wanneer-werd-tante-betje-geboren/