‘O, de kat gaat graag miauwen wanneer carillons onverwacht weerklinken.’
Wat valt je op aan de voorgaande zin? Misschien zie je het meteen: de zin bestaat uit in lengte toenemende woorden. Deze stijlfiguur wordt een sneeuwbalzin genoemd. Het is een van de stijlfiguren die aan bod komen in het nieuwe Groot retorisch woordenboek van Paul Claes en Eric Hulsens. Dit Nederlandse lexicon van stijlfiguren is een staalkaart en inspiratiebron voor al dan niet professionele schrijvers.
Bron: http://taaluniebericht.org/artikel/uitgelicht/schrijft-u-de-mooiste-sneeuwbalzin
Op haar blog vraagt Martha Pelkman zich af waar onze spelling vandaan komt. Bijvoorbeeld: “waarom schrijven we niet biezonder? […] Waarom schrijven we taal niet op zoals we het uitspreken?”
Martha geeft een kort overzicht van de geschiedenis van de Nederlandse spelling en begint van Siegenbeek in 1804 (zie de afbeelding hieronder) en eindigt bij het nieuwe Groene Boekje dat in oktober van dit jaar uitkomt.
NOS-weerman Marco Verhoef heeft de Duidelijketaalprijs gewonnen: een prijs voor een BN’er die een goed voorbeeld geeft van helder taalgebruik. De prijs van het Taalcentrum-VU van de Vrije Universiteit in Amsterdam wordt elk jaar aan een andere beroepsgroep uitgereikt. Dit jaar is dat die van de weermannen en weervrouwen.
Volgens de jury heeft Verhoef een prettige, harde stem, waardoor hij steeds goed verstaanbaar is. Verder is zijn Nederlands accentloos, vermijdt hij jargon en moeilijke woorden en spreekt hij in korte en gemakkelijke zinnen.
Bron: http://nos.nl/artikel/2035154-taalprijs-voor-nos-weerman-marco-verhoef.html
Waar komt de verwarring over de t in de gebiedende wijs (‘Word/Wordt lid’, ‘Red/Redt de tijger!’ toch vandaan? Onze Taal geeft een helder antwoord.
Wat is juist: ‘Red de tijger!’ of ‘Redt de tijger!’? ‘Red de tijger!’ is juist. Red is hier een gebiedende wijs. De gebiedende wijs komt altijd overeen met de ik-vorm van het werkwoord; er wordt dus geen t aan toegevoegd. Het maakt niet uit of er één persoon wordt aangesproken (‘Margriet, red de tijger!’) of miljoenen personen (‘Nederlanders, red de tijger!’). Vergelijk ‘Verlos de tijger!’ en ‘Vang de tijger!’: ‘Verlost de tijger!’ en ‘Vangt de tijger!’ klinken raar. Hier is duidelijk te horen dat er geen t achter het werkwoord hoort te staan. Er is geen goede reden te bedenken om alleen bij werkwoorden waarvan de stam op een d eindigt die t wél toe te voegen.
Eeuwen geleden heeft men in het Nederlands naar Latijns voorbeeld (veni-venite – kom-komt) voor de meervoudsvorm van de gebiedende wijs een t voorgeschreven achter de stam. Deze t komt bijvoorbeeld nog voor in de oude versregel ‘Komt allen tezamen’, in de uitroep ‘Komt dat zien!’ (‘kom allemaal kijken!’) en in ‘Makkers staakt uw wild geraas’ (uit het sinterklaasliedje). Het is een schrijftaalvorm gebleven die vooral vroeger gebruikt werd; in de omgangstaal heeft hij nooit geleefd. Tegenwoordig wordt het schrijven van een t in aansporingen als ‘Redt de tijger!’ als een spelfout gezien.
Bron: https://onzetaal.nl/taaladvies/advies/red-redt-de-tijger
De reizigers wordt verzocht over te stappen. Wordt? Waarom niet worden? Van Dale legt het uit.
Het is wordt, omdat ‘de reizigers’ niet het onderwerp is. Vroeger kon je in een trein van de NS nog weleens horen: ‘Reizigers voor Amsterdam worden verzocht hier over te stappen.’ Maar sindsdien heeft de NS zijn leven gebeterd en hoor je alleen nog het correcte ‘wordt verzocht’.
Maar waarom moet je hier eigenlijk het enkelvoud gebruiken? Om dat te kunnen begrijpen, moet je de zin ontleden. Eerst zoek je de persoonsvorm van de zin – dat is het werkwoord dat in het enkelvoud of in het meervoud kan staan. In bovenstaande zin is ‘worden/wordt’ de persoonsvorm. Óf die in het enkelvoud of het meervoud moet staan, hangt af van het onderwerp van de zin. Als dat een enkelvoud is, krijg je ook een enkelvoudige persoonsvorm, en omgekeerd.
Het verraderlijke is nu dat ‘reizigers voor Amsterdam’ niet het onderwerp van de zin is, maar het meewerkend voorwerp (je kunt immers ook zeggen: ‘aan de reizigers voor Amsterdam wordt verzocht’). Het echte onderwerp van de zin is ‘hier over te stappen’. Dat is een enkelvoud en dus krijg je ook een enkelvoudige persoonsvorm: ‘Reizigers voor Amsterdam wordt verzocht hier over te stappen.’
Bron: http://vandale.nl/de-reizigers-wordt-verzocht-over-te-stappen.
Vroeger waste je je haar niet, maar wies je je haar. Sommige mensen zullen even moeten nadenken als je zegt: ‘Ik stiet mij aan de tafelpoot.’ Ah, natuurlijk: je stootte je aan de tafelpoot! Het ouderwetse ‘stiet’ heeft plaatsgemaakt voor ‘stootte’, hoewel het Groene Boekje nog steeds beide vormen geeft. Met een werkwoord als ‘ervaren’ gaat het dezelfde kant op: sommige naslagwerken geven naast ‘ervoer’ ook ‘ervaarde’ als verleden tijd. Nog niet iedereen vindt deze zwakke verledentijdsvorm acceptabel, maar er komt vast een moment waarop iedereen ‘ervaarde’ zegt.
Wanneer dat moment aanbreekt, kan berekend worden dankzij een Harvard-onderzoek dat in Nature werd gepubliceerd. Althans, als hun ‘wet’ ook voor de Nederlandse taal opgaat.
Bron: http://www.kennislink.nl/publicaties/de-toekomst-van-de-verleden-tijd
Volgens een nieuw onderzoek van Ellen Danckaert is een belangrijke factor bij het maken van dt-fouten de zogenaamde homofoondominantie:
In het geval van ‘betaalt’ en ‘betaald’ bijvoorbeeld, gaat het om homofoondominantie. Betaalt en betaald zijn woorden die hetzelfde klinken. Een van de twee vormen is dominant: ‘betaald’ is de vorm die we het meest tegenkomen. Zelfs als de niet-dominante vorm juist is, zullen we zonder diep na te denken neigen naar de dominante vorm en krijg je fouten als ‘hij betaald’.
Die verklaring is niet nieuw en het blijft de vraag of het bovenbeschreven fenomeen voldoende verklaart waarom dt-fouten zo hardnekkig zijn. Wouter van Wingerden van Onze Taal twijfelt of homofoondominantie het verschijnsel geheel en effectief kan verklaren:
Homofoondominantie zal best een factor van belang zijn, maar ik denk ook dat dat een gemakkelijk excuus is.
Dominiek Sandra van de Universiteit Antwerpen zegt er het volgende over:
Hoewel de spelling van de Nederlandse werkwoordsvormen zo eenvoudig is, is de toepassing van de spellingregel tijdrovend. Het dominante woordbeeld wordt automatisch, als een soort pop-up, geactiveerd. Iets wat je vaker ziet, ga je sneller gebruiken.
De resultaten op Gespeld zouden hier behulpzaam kunnen zijn. Immers, als we de relatie analyseren tussen frequentie van (vormen van) werkwoorden in teksten en fouten die worden gemaakt in de oefeningen, dan zou het bovengenoemde effect moeten optreden.
Bron: http://www.knack.be/nieuws/wetenschap/waarom-we-spelfouten-maken/article-normal-560761.html
Nederlands, we spreken horen en lezen het elke dag. We whatsappen met vrienden, vergaderen met collega’s en spelen Wordfeud op de computer. Maar wat kun je eigenlijk nog meer met de Nederlandse taal? En waarom krijgen kinderen het vak Nederlands op school?
Deze vragen stuurde Franka Herijgers via Twitter naar het televisieprogramma ‘Ik zou wel eens willen weten’. En ze kreeg een antwoord van Geert Joris van de Taalunie.
Bronnen: TaalUnie, Ik zou wel eens willen weten (RTL, 8 maart 2015)
‘We stoken niet voor de vogels’, ‘Lieverkoekjes worden niet gebakken’ en ‘Alles zal recht komen, behalve kromme benen’ – reclamemaker Jaap Toorenaar verzamelde (onder andere via artikelen in Onze Taal) honderden van zulke gevatte uitspraken van ouders en grootouders. ‘Ouderwijsheden’, noemt hij ze en hij bundelde ze in samenwerking met Onze Taal in het boek ‘Mijn moeder zei altijd’. Het boekje is vanaf vandaag te koop voor 10 euro.
Meer ‘ouderwijsheden’ vind je in het artikel ‘Mijn oma zei altijd…’ dat je gratis kunt lezen op de site van Onze Taal.
Bron: Onze Taal
Hoe snel laten we de taal veranderen? Is taalverandering in feite taalverloedering? Zo ver wil schrijver en oud-hoogleraar Nederlands als tweede taal René Appel in Onze Taal zeker niet gaan, maar sommige veranderingen gaan volgens hem wel in een héél hoog tempo.
Bron: Onze Taal