Het Groot Dictee der Nederlandse Taal keert terug, en wel op de radio. Op zaterdag 15 december is het dictee, dat geschreven is door Wim Daniëls, tussen 11.00 en 13.00 uur te horen op NPO Radio 1: Frits Spits presenteert, Philip Freriks leest voor, Onze Taal kijkt na en Thijs Boontjes verzorgt de muziek.
Na één dicteeloos jaar hebben De Taalstaat, het Genootschap Onze Taal en productiebedrijf Men at Work de handen ineengeslagen. Het doel is een leuk en begrijpelijk dictee te organiseren, dat maakbaar is voor iedereen die de spellingregels beheerst. De radio-uitzending wordt verzorgd vanuit de bibliotheek in Haarlem, waar twintig bekende Nederlanders en twintig Taalstaat-luisteraars de pen ter hand nemen. Uiteraard kunt u ook thuis meeschrijven of in een van de deelnemende bibliotheken.
Bron: Onze Taal, NPO Radio 1
Al eeuwenlang verlaten Nederlanders en Vlamingen hun land om elders een nieuw leven op te bouwen. Hun moedertaal geven ze vaak snel op in den vreemde, zo wordt gezegd. Maar hoe Nederlandstalige emigranten omgaan met hun taal en identiteit is tot nu toe nooit systematisch onderzocht. Het Meertens Instituut gaat daar verandering in brengen met het project Vertrokken Nederlands, en roept Nederlanders en Vlamingen in het buitenland op om de speciaal voor dit onderzoek samengestelde enquête in te vullen.
Bron/lees meer: Taalunie
Het wordt al een mooie traditie: elk jaar brengen we met z’n allen in oktober een week lang een ode aan het Nederlands. Van 6 tot en met 13 oktober zetten we in de Week van het Nederlands onze taal in de schijnwerpers.
Er zijn al meer dan dertig activiteiten aangemeld: van workshops tot wedstrijden, van aanbiedingen tot literaire avonden. Alle activiteiten vindt u hier. Wie tussen 6 en 13 oktober een evenement of actie organiseert, kan het aanmeldingsformulier gebruiken.
Voor onder meer het onderwijs verschijnt er ook dit jaar een Taalkrant. Dit jaar bekijken we daarin het Nederlands door de ogen van anderstaligen. U kunt gratis exemplaren bestellen bij de Taalunie.
Wilt u tijdens de Week van het Nederlands met uw organisatie extra aandacht besteden aan taal? Dan kunt u gebruikmaken van de speciale toolkit, die u een keuze biedt uit vier laagdrempelige, kant-en-klare activiteiten.
Bron: Week van het Nederlands
Vragen rond identiteit, digitalisering, gezondheid en innovatie houden de gemoederen bezig en bepalen het nieuws en maatschappelijke discussies. Met de tweetalige expositie De zin van taal | Language for society laat Het Taalmuseum zien hoe taal- en cultuuronderzoek dergelijke debatten kan verrijken.
Voor de expositie verbeeldde fotograaf Thalia de Jong de maatschappelijke vraagstukken en deelden wetenschappers hun inzichten. De resultaten zijn te vinden in de tentoonstelling en het bijbehorende magazine.
De expositie De zin van taal | Language for society komt tot stand in opdracht van de onderzoeksinstituten Leiden University Centre for Linguistics (LUCL) en Leiden University Centre for the Arts in Society (LUCAS) van de Universiteit Leiden en is tot en met 30 november te zien in de Oude UB, Rapenburg 70 te Leiden.
Op vrijdag 14 september om 16.30 uur openen we De zin van taal | Language for society. Erbij zijn? Meld je dan aan via info@taalmuseum.nl.
Bron: Het Taalmuseum
Deze zomer is een nieuwe website gelanceerd: Taalbaas. De site doet uitgebreid verslag van nieuw nederhoponderzoek, waarin met name gekeken is naar de overeenkomsten tussen rappers en andere Nederlandstalige artiesten. Welke woorden worden het meest gebruikt, wie zijn de “grofbekken”, wie de “woordherhalers” en wie de “taalbroeders”? Het is allemaal te lezen op de uitgebreide en verrijkte website.
Een deel van het onderzoek is uitgevoerd door Vivien Waszink (Instituut voor de Nederlandse Taal), Alex Reuneker (Universiteit Leiden) en Ton van der Wouden (Meertens Instituut), in samenwerking met radioprogramma De Taalstaat en de afdeling Datajournalistiek van de KRO-NCRV. Een verslag van het onderzoek staat op Neerlandistiek.nl.
Bron: Onze Taal
56 kilometer. Dat is de lengte van de lijn die kan worden getrokken met één enkel potlood. Het is ook de titel van een lofzang door de Vlaamse auteur (en potloodverzamelaar) Bart Moeyaert. Voor Moeyaert is het potlood ‘een mooie en vriendelijke uitvinding’, die hem de ruimte geeft om zijn creativiteit bot te vieren. Niet alleen schrijvers als Moeyaert, ook schilders en tekenaars, architecten, componisten, timmerlieden en opstellers van boodschappenlijstjes hebben waardering voor het simpele schrijfgerei waarvan de lijnen weer snel kunnen worden weggegumd. Maar waarom heet een potlood eigenlijk ‘potlood’?
Bron/lees meer: Taalunie
Onze taal verandert voortdurend, al gaat dat vaak minder snel dan je denkt. Gelukkig kun je de ontwikkeling van de woordenschat door de eeuwen heen bekijken in historische woordenboeken.
Het woord zoen wordt al heel lang gebruikt: sinds ongeveer 1100. Maar het woord zag er toen heel anders uit: suona, spelde je toen, en het woord had ook een andere betekenis dan nu. Suona betekende alleen ‘verzoening’ en het had nog niets te maken met iemand een kus geven. In de dertiende eeuw veranderde de vorm wel in het al wat herkenbare soene, maar het betekende nog steeds hetzelfde.
Bron/lees meer: Taalunie
Welk woord in het Stadsutrechts is hét Utrechtse woord? Een verkiezing moet binnenkort uitsluitsel geven. Sinds afgelopen maandag kan iedereen via een speciale website woorden insturen. Begin augustus kan er gestemd worden op de vijf woorden die het vaakst zijn ingezonden, waarna op 28 augustus het “ultieme Utregse woord” bekendgemaakt wordt.
De initiatiefnemer van de verkiezing, Rob Vermeulen van Rake zaak, wil met het evenement het Utrechtse dialect onder de aandacht brengen. “Het Utregs is een belangrijk onderdeel van de Utregse identiteit. Het is een van de dingen die ons Utregs maakt. Het dialect is al zo goed als verdwenen, maar gelukkig nog niet helemaal. Utregters slikken nog steeds de ‘t’ in en noemen elkaar jochie, wijfie of ouchie. Laten we dat lekker zo houden, waor.”
Bron: Onze Taal
Wat is het ook alweer? ‘Dat zal hun bezuren’, of ‘hen bezuren’? (Hun!) En irriteert het lawaai ‘hen’ of ‘hun’? (Hen!)
Het onderscheid tussen hen en hun is van oorsprong kunstmatig, en zelfs de meest taalgevoelige mensen hebben vaak moeite de goede vorm te kiezen in dit soort gevallen.
Bij andere vormen, zoals mij, jou, haar en ons. bestaat er maar één vorm: het zal ‘mij’ bezuren én het lawaai irriteert ‘mij’.
Wordt het, kortom, niet eens tijd het onderscheid tussen hun en hen af te schaffen? Bijvoorbeeld door in dit soort gevallen altijd te kiezen voor hen, en hun alleen te gebruiken als bezittelijk voornaamwoord: ‘Ik wens hen veel plezier met hun wereldreis.’
Vul de enquete in op Onze Taal.
Het voorstel om Duitse persoonsaanduidingen met een mannelijke en een vrouwelijke vorm (bijvoorbeeld Studenten en Studentinnen) te vervangen door een vorm die gebruikt kan worden voor vrouwen en mannen en ‘alles ertussenin’ – namelijk Student*innen, dus met een zogeheten ‘gendersterretje’ erin – is voorlopig op de lange baan geschoven, in ieder geval tot november. De Duitse spellingraad wil eerst kijken of er geen alternatieven zijn, en of alle haken en ogen die deze schrijfwijze met zich meebrengt, omzeild kunnen worden.
Bron: Onze Taal